Indien een inbreker over een klopsleutel beschikt, kan hij vrijwel iedere deur vanaf de buitenkant openen. De inkepingen van een klopsleutel zijn altijd maximaal uitgevijld, waardoor een klopsleutel in nagenoeg alle sloten past. Een inbreker plaats de sleutel in het slot en geeft hier vervolgens een klap op met een hamer. Op deze manier schieten de cilinderstiften op de juiste wijze in de inkepingen van de sleutel, waardoor een inbreker een deur kan openen. Dure sloten aanschaffen, heeft in dit geval geen zin. De kans van slagen met behulp van een klopsleutel is namelijk alleen maar groter bij dure sloten. Deze inbraakmethode is uit te voeren zonder dat een inbreker zichtbare schade aanricht.